Doorgaan naar hoofdcontent

Ik meen het.

Gisteren was mijn laatste dag op Koraal en ik heb het gevoel dat de grote vakantie begonnen is. Alsof ik afgestudeerd ben met grote onderscheiding. Het is een volkomen nieuw gevoel, trots te zijn op mijn prestaties. Ik heb de voorbij zestien maanden echt gepeerd. Maar het is niet alleen trots dat ik voel. Er is ook een immense dankbaarheid voor de hulp die ik heb ontvangen, zowel van de professionele hulpverleners daar als van mijn “collega’s”.  De trots en de dankbaarheid overstemmen vandaag de angst en het schuldgevoel die er eens alleen heersten. 

Ik ben zestien maanden geleden in een therapeutisch traject gestapt met een immens laag zelfbeeld en angst om buiten te komen. Het enige wat er voor zorgde dat ik geen paniekaanvallen had, was de door mijn huisarts voorgeschreven Seroxat, waar ik vijftien kilo van verzwaarde op belachelijk korte tijd. Al mijn negatieve Coronakilo’s had ik er in een oogwenk terug aangevreten. Maar ik hyperventileerde tenminste niet meer. In februari vorig jaar kon ik starten op Koraal en ik voelde me daar toen schuldig over. Dat ik een therapie-plaats innam terwijl mijn problemen helemaal niet meer zo acuut aanvoelden als op het moment dat ik die Seroxat was beginnen nemen. Ik kon in principe wel gewoon verder, dacht ik. Maar iets in mij dwong mezelf om het traject toch aan te gaan, ondanks de angst en ondanks het schuldgevoel.

Het was het iets dat me er op attent maakte dat ik me sowieso schuldig en angstig voelde, wat ik ook deed. Gaan werken, dan was ik mijn werkgever tot last. Niet gaan werken, dan was ik de staat tot last. Binnenblijven, dan was ik mijn man tot last en buitenkomen de wereld. Ik wou zeker niet de mensen het dichtste bij mij lastigvallen met mijn pseudo-existentiële muizenissen maar zo verder aanrommelen kon ook niet meer. Dus dan toch maar het traject aangegaan en nu zijn we zestien maanden later succesvol afgezwaaid. Het zijn pittige maanden geweest. Ik heb echt het gevoel dat ik keihard gewerkt heb. Een traject waarin ik mezelf ben tegengekomen op momenten dat ik het liefst mijn kop in het zand wilde houden. Maar door mezelf tegen te komen, ben ik ook gaan leren dat authentiek mezelf zijn, een voorwaarde is om het hoofd boven water te houden.  Ik kon zeker niet nog eens tien jaar blijven jobhoppen om mijn façade van hardwerkende cijferknuffelaar te blijven volhouden.  Ik ben een linky winky weirdo en met de dingen die ik graag en goed doe, is het niet vanzelfsprekend om geld mee te verdienen. Dat zijn toekomstige katten om te geselen. Nu niet. Nu moet ik me nog een poos bezighouden met het verder ontwikkelen van de dingen die ik graag en goed doe.

Ik zie het mezelf typen nu. Dingen die ik graag en goed doe. Dingen die ik goed doe. Ik meen het. Ik durf het terug te menen. Ik ben ergens goed in. Het zijn zestien pittige maanden geweest, maar ook enorm vruchtbaar. Ik had mezelf vorig jaar nooit kunnen voorstellen te zeggen dat ik iets goed kan. Het voelt nu nog steeds een beetje lullig, wat gekunsteld. Maar als ik heel dicht bij mezelf blijf en door de dikke beschermlaag van zelfkritiek, schuld en schrik heenkijk, dan geef ik het met plezier toe. 

Ik méén het!





Reacties

Populaire posts van deze blog

Te lelijk voor #metoo

Ja, ik ken de man, maar ik ken de feiten niet. Ik ken de feiten niet, maar het verhaal verbaast me niet.Omdat soortgelijke verhalen doen denken aan soortgelijke feiten, soortgelijke herinneringen. Ik was veertien toen ik voor het eerst een geil wijf genoemd werd. Een fan van mijn poëzie vond het nodig me dat te vertellen. Dat dat toch uiteindelijk het enige was, wat telde. Ik schreef gedichten, maar mijn neukbaarheid was belangrijker dan wat ik te zeggen had. Een jaar later werd ik anoniem beticht van het pijpen van een jurylid van een wedstrijd. Ik had namelijk gewonnen en dat kon niet volgens de betichters. Ik was waardeloos en de enige reden dat ik die wedstrijd had kunnen winnen, was door mijn orale prestaties backstage. Het was een kinderwedstrijd, de kunstbende, voor jongeren van dertien tot negentien. Ik was vijftien.  Een half jaar later gaf iemand me het advies om mijn frigiditeit aan te pakken. Kunst maak je met je kut, want dat is de bron van het leven. Wie zit er eigenlijk

Warwinkel

Ik ben inmiddels een dikke week van Koraal weg en heb al enkele keren de weg naar de coworkingspace* gevonden. De eerste 3500 woorden voor het beruchte boek zijn opgeschreven. Ik probeer nu uit mijn hoofd te weren dat ik dat nog zo’n vijfentwintig keer opnieuw hoor te doen vooraleer ik iets heb wat op een boek begint te lijken, maar goed. De kop is er af. Nu stuit ik weereens op het gegeven dat ik precies toch niet zo goed weet waar ik naartoe wil gaan. Ik ben nog heel snel afgeleid en weet ook echt niet waaraan of waaraf. Ik ben gewoon aan het schrijven en ik weet niet wat ik wil zeggen. Dat is altijd mijn probleem geweest. Ik voel wat ik wil zeggen, maar ik weet het niet. Iets met trauma en stijgen op de sociale ladder en cultureel kapitaal, daar moet het over gaan. En ondertussen proberen mezelf niet te censureren of te editen terwijl ik schrijf, want ik blijf het gevoel hebben dat wat ik aan het schrijven ben kant noch wal raakt en dat ik de juiste kennis van zaken mis om hetgene w

Iemand Anders / Terug Mijzelf?

Tijd voor de lang overwogen verhuis. Pas alvast uw bookmarks aan. Aangezien het Pitaliaanse imperium van hoogdravende nonsens en haatdragende rationalisaties inmiddels toch al wel hun tweeëntwintig jaren in dit leven  achter zich hebben lopen, is het tijd om een testament van mijn jeugd op te maken. Of zoiets. Het wordt tijd om Iemand Anders* te worden. Òf worden wie ik al was. Mijn geboortenaam is raar genoeg om een pseudoniem te kunnen zijn. Facebook accepteerde hem zelfs niet zonder dat ik een kopie van een officieel identiteitsbewijs voorlegde .Dus op Facebook heb ik dan maar een valse achternaam die voor Facebook echter lijkt dan mijn echte. Ik ben Rita de Pita geweest sinds mijn tweede deelname aan de Kunstbende. Dat was in 2001. Geen Space Odyssey. Wel een identiteitscrisis die niet bepaald gemiddeld puberaal genoemd kan worden. Maar dat wist ik toen niet. Toen was ik meer Rita dan Tanja en Rita durfde alles. Rita deed alles. Rita liet zich door niemand pesten en had geen paniek