Het is lang hip geweest om te antwoorden dat je het druk had wanneer je de vraag kreeg hoe het met je ging. Daarna was het een tijdlang hip om een sociale commentaar te geven op hoe iedereen het toch zo druk had. Dat mensen die zeiden dat ze het druk hadden, hiermee alleen maar op prestige uit waren. Iedereen ging van sociale media af op zoek naar meer authentieke connectie. Een sociale grote lenteschoonmaak. JOMO verving FOMO. We gingen ons focussen op de kwaliteit boven de kwantiteit. We gingen niet zomaar blindelings zeggen dat we het druk hadden. We gingen ons écht investeren in elkaar.
Ik kan alleen maar met mild schaamrood toegeven dat ‘druk’ nog steeds mijn standaard antwoord is. Of moe. Meestal gewoon om een diepgaander antwoord te vermijden. Om niemand lastig te vallen met de precieze nuances van wat drukte en moe zijn betekent. Hoe gaat het? Moe. Druk.
Objectief gesproken heb ik het helemaal niet druk. Ik heb een weekplanner en die staat vol met middagdutjes en meditaties. Minstens een uur per dag lanterfanten. Uit het raam kijken. Doomscrollen op sociale media vergt minder batterij dan een diepgaand gesprek. Ik heb oppervlakkigheid nodig. Maar ik voel soms dat er langs alle kanten aan me getrokken wordt. Dat mijn goesting om een uur lang op social media naar kattekes te staren niet het correcte antwoord is op de vraag om nog eens iets te doen. Mijn gelanterfant voelt dan als een egoïstisch uit de weg gaan van diepgaande, authentieke connectie. We moeten een echt gesprek met elkaar voeren. Elkaar vastpakken. Brieven schrijven naar elkaar. Iets cultureel doen. We moeten dringend eens een koffie gaan drinken. Samen gaan dansen. In de natuur gaan wandelen. We moeten wakker worden en de rozen ruiken. En de kat heeft ook nog aandacht nodig.
Het zit hem in het moeten. Ik moet dit. Ik zou dat moeten. Ik moet zoveel dat ik me vaak sociaal gevierendeeld voel. Er wordt langs alle kanten aan mij getrokken. Ik ben zelf degene die trekt. De meeste mensen die ik ken, begrijpen heus wel de nood aan leegte. Aan lanterfanten en een vorte kebab. Maar vandaag overvalt me nog eens het getrek en het gemoet. Ik heb een week verlof achter de rug en ik heb die nog niet gezien en die nog niet gezien. En ik wou heel graag nog eens naar daar. En ik voel me schuldig dat ik die zijn verjaardag heb gemist. En de mails blijven onbeantwoord. En alle geplande middagdutjes mislukken. En het anders zo bevredigende doomscrollen wordt een eenrichtingsweg naar FOMO. En de dagen zijn te kort. En ik voel me zo opgejaagd dat ik in nergens zin meer heb.
Maar er is zon vandaag en ik kan terug lezen. Ik ben afgelopen week productief genoeg kunnen zijn om zowel naar de bib te gaan als mijn terras te schuren. Dus ik installeer me op het kraaknette balkon, waar ik elk half uur van mijn boek opkijk om naar het vers geplante nectarineboompje te staren in de hoop dat de knoppen al beginnen bloesemen zijn.
En als ik maandag de vraag krijg hoe mijn verlof was, dan antwoord ik zonder schroom: “druk”, misschien zelfs “druk druk druk”
Reacties
Een reactie posten