Doorgaan naar hoofdcontent

Warwinkel

Ik ben inmiddels een dikke week van Koraal weg en heb al enkele keren de weg naar de coworkingspace* gevonden. De eerste 3500 woorden voor het beruchte boek zijn opgeschreven. Ik probeer nu uit mijn hoofd te weren dat ik dat nog zo’n vijfentwintig keer opnieuw hoor te doen vooraleer ik iets heb wat op een boek begint te lijken, maar goed. De kop is er af.

Nu stuit ik weereens op het gegeven dat ik precies toch niet zo goed weet waar ik naartoe wil gaan. Ik ben nog heel snel afgeleid en weet ook echt niet waaraan of waaraf. Ik ben gewoon aan het schrijven en ik weet niet wat ik wil zeggen.

Dat is altijd mijn probleem geweest. Ik voel wat ik wil zeggen, maar ik weet het niet. Iets met trauma en stijgen op de sociale ladder en cultureel kapitaal, daar moet het over gaan. En ondertussen proberen mezelf niet te censureren of te editen terwijl ik schrijf, want ik blijf het gevoel hebben dat wat ik aan het schrijven ben kant noch wal raakt en dat ik de juiste kennis van zaken mis om hetgene wat ik voel om te zetten in de juiste woorden. Misschien moet ik eens iets van Bourdieu lezen? Dat schijnt onleesbaar te zijn, maar wie weet brengt het me een woordenschat bij waar ik een beetje mee kan associëren .

Of misschien moet ik juist een super klef tearjerker-stijl melodrama lezen, dat kan mijn zelfvertrouwen misschien meer opkrikken dan Saramago, Marquez of Morrison, die wel inspireren, maar me ook wel heel klein doen voelen.

Je moet zogezegd schrijven wat je kent, maar ik kom tot de constatatie dat ik bijzonder weinig ken/ weet. Ik maakte een outline en bedacht een personage. Nu weet ik plots niet meer hoe mensen praten of denken of reageren. Ik bedacht haar als stug en doodeerlijk, op het onbeleefde af en ze is een onwaarschijnlijk harde werker met heel weinig social skills. Ik wilde een personage dat niet zozeer op mezelf lijkt, maar dat een karikatuur is van mijn innerlijke criticus**.

Er zitten wel een aantal stukken van mezelf in, maar in het verhaal maak ik het groter, karikaturaler. Een belangrijk verschil met mezelf en mijn personage bijvoorbeeld is dat ik maar selectief hardwerkend ben, zeker niet per definitie. Ik lig nog teveel in de knoop met mijn onzekerheden om goed te kunnen blijven doorwerken. Ik ben blij dat ik dit blog nog “achter de hand” heb om ook nog aan iets anders te kunnen schrijven.

Het doet soms ook deugd om gewoon te beginnen typen, zonder te weten waar je gaat eindigen. Het geluid van het toetsenbord geeft rust en stimuleert tegelijk. Rikketikketik, dit ben ik. Rikketikketik, dit ben ik. Zolang ik blijf typen, ben ik aan het creëren. En zolang ik creëer, maak ik een stukje van mijn pijn tot een stukje fictie. Dat is altijd de bedoeling geweest. Het was bizarre loutering. Een helend proces van digitale catharsis. 

Dààr wil ik het over hebben. Het is een warwinkel van onzinnigheden en pijnlijke herinneringen. Maar het is nu fictie en dus niets meer om bang voor te zijn.


*Ik ben niet meer zeker of ik dit had vermeld, maar ik werd verwelkomd in een artistieke coworkingspace om te kunnen werken aan mijn boek. 

**Daar zijn we weer met onze innerlijke criticus, ik zeg het; die is ontzettend aanwezig in mijn bewustzijn, dus ook in mijn geblog.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Te lelijk voor #metoo

Ja, ik ken de man, maar ik ken de feiten niet. Ik ken de feiten niet, maar het verhaal verbaast me niet.Omdat soortgelijke verhalen doen denken aan soortgelijke feiten, soortgelijke herinneringen. Ik was veertien toen ik voor het eerst een geil wijf genoemd werd. Een fan van mijn poëzie vond het nodig me dat te vertellen. Dat dat toch uiteindelijk het enige was, wat telde. Ik schreef gedichten, maar mijn neukbaarheid was belangrijker dan wat ik te zeggen had. Een jaar later werd ik anoniem beticht van het pijpen van een jurylid van een wedstrijd. Ik had namelijk gewonnen en dat kon niet volgens de betichters. Ik was waardeloos en de enige reden dat ik die wedstrijd had kunnen winnen, was door mijn orale prestaties backstage. Het was een kinderwedstrijd, de kunstbende, voor jongeren van dertien tot negentien. Ik was vijftien.  Een half jaar later gaf iemand me het advies om mijn frigiditeit aan te pakken. Kunst maak je met je kut, want dat is de bron van het leven. Wie zit er eigenlijk

Iemand Anders / Terug Mijzelf?

Tijd voor de lang overwogen verhuis. Pas alvast uw bookmarks aan. Aangezien het Pitaliaanse imperium van hoogdravende nonsens en haatdragende rationalisaties inmiddels toch al wel hun tweeëntwintig jaren in dit leven  achter zich hebben lopen, is het tijd om een testament van mijn jeugd op te maken. Of zoiets. Het wordt tijd om Iemand Anders* te worden. Òf worden wie ik al was. Mijn geboortenaam is raar genoeg om een pseudoniem te kunnen zijn. Facebook accepteerde hem zelfs niet zonder dat ik een kopie van een officieel identiteitsbewijs voorlegde .Dus op Facebook heb ik dan maar een valse achternaam die voor Facebook echter lijkt dan mijn echte. Ik ben Rita de Pita geweest sinds mijn tweede deelname aan de Kunstbende. Dat was in 2001. Geen Space Odyssey. Wel een identiteitscrisis die niet bepaald gemiddeld puberaal genoemd kan worden. Maar dat wist ik toen niet. Toen was ik meer Rita dan Tanja en Rita durfde alles. Rita deed alles. Rita liet zich door niemand pesten en had geen paniek